Een extreem hoge hartslag tijdens het slapen, een grote uitbarsting die ons ’s nachts wekte en een ijskoude zonsopgang. Lees mee hoe we de laatste hike naar de top van de vulkaan Acatenango in Guatemala trotseren en daarna weer (gehaast!) naar beneden afdalen.
Dit is alweer deel 2 over hoe ik de hike op vulkaan Acatenango heb ervaren. Aan te raden is dus om eerst nog deel 1 te lezen, waarbij we de zwaarste tocht ooit aflegden naar basecamp.
Is dit een aardbeving?
Wat. Een. Nacht. Ik was zooooo koud. Ik sliep met al m’n lagen aan van gisteravond en zelfs met handschoenen. Deze laatste laag leek alleen niet te werken; m’n handen en voeten waren ijskoud. Ik schoof dus m’n ene hand bij m’n andere hand in de handschoen en probeerde zo door ze tegen elkaar aan te houden ze warm te houden. Ook had ik gelezen dat apparaten mogelijk uit konden vallen door de kou, dus ik had preventief de batterij van m’n camera in m’n jaszak gedaan en onze telefoons hadden we onder onze geïmproviseerde kussens aan de powerbank gelegd.
Slapen? Nee, dat kwam er niet echt van. Alleen al in slaap vallen leek eindeloos te duren en gevoelsmatig was ik elke 5 minuten weer wakker door de kou of door Nicks gesnotter. Rond 2 uur ’s nachts word ik wakker en ik voel gewoon dat ik me niet helemaal oké voel. Het lijkt alsof m’n hart tekeergaat en ik weinig adem kan halen. Ik verwacht dat m’n smartwatch nu wel opgeladen zou zijn en ik besluit ‘m om te doen. Wat ik zie? Een hartslag van maar liefst 134 BPM! Geen wonder dat slapen zo lastig is! Ik blijf elke minuut naar m’n hartslag kijken en gelukkig zakt het wel af. Uiteindelijk zie ik ‘m rond 89 blijven hangen en dat geeft me voldoende rust om weer proberen te gaan slapen.
Dácht ik… Want ineens, BOEM! Alle muren van ons huisje, de grond, ons bed, wijzelf: alles trilt en schudt heen en weer. We zitten allemaal rechtovereind in ons bed en weten niet hoe gauw we op moeten staan en uit het raam moeten kijken. WAT. EEN. UITBARSTING! M’n telefoon ligt nog aan de andere kant van het bed dus ik besluit gewoon te blijven kijken en genieten. Woooow. Wat een ervaring. Dit lijkt oprecht wel de grootste uitbarsting tot nu toe, bizar! Nick heeft ondertussen z’n bril tevoorschijn getoverd en komt ook kijken. Ik geef mezelf een denkbeeldig schouderklapje voor het idee om met m’n lenzen te gaan slapen zodat ik inderdaad dit niet had hoeven te missen. Wat is dit gaaf.

Eigenlijk gaat dit wel goed
Ik weet niet hoe, maar ik wist toch weer hierna in slaap te vallen. Niet voor lang weliswaar, want nog geen uur later gaat de wekker alweer. Ik poets m’n tanden en samen met Nick maken we één tas klaar zodat we niet allebei hoeven te slepen met spullen. Daarna ga ik gewoon weer in de slaapzak want het is echt gewoon veel en veel te koud. We blijken bovendien vervolgens bijna ruim een halfuur later te vertrekken, 4.25 uur in plaats van iets voor 4 uur, dus ik hou me zo lang mogelijk warm in de slaapzak.
Met hoofdlampen op, onze wandelstokken en zoveel mogelijk lagen aan vertrekken we. Iets te veel lagen blijkt, want ineens leek de geleende winterjas niet meer dicht te gaan. Paniek, want het is al zo koud. Gelukkig weet ik na lang klooien ‘m toch weer dicht te ritsen. Pfieuw. Nu kunnen we echt gaan.
Nick en ik lopen deze keer voorop, vlak achter de gids, en het is echt IDEAAL! Eindelijk hebben we een goed tempo. We stopten veel minder vaak dan gisteren voor een pauze en daar leken we wel op één lijn mee te zitten met de groep. Zij lijken het ook zwaar te vinden, terwijl ik qua moeilijkheid dit zoveel beter te doen vond dat gisteren. Toch niet geheel verrassend, want het verschil zat ‘m natuurlijk erin dat zij gisteren nog de extra hike hadden gedaan en wij niet. Des te knapper wel dat ze hier dus gewoon met ons er waren, met z’n zessen deden we allemaal de hike naar de top van de vulkaan. Zo leuk!
Slow but steady
Na een tijdje lopen we niet meer voorop, maar ergens in het midden. Het gaat nog steeds goed en vol goede moed lopen we door. Het gaat nu ook een stuk beter met Nick. Hij lijkt het veel minder zwaar te hebben ten opzichte van gisteren en het helpt een hoop dat ik de tas draag.
In de donkere hemel wordt langzaamaan plaatsgemaakt voor een oranje strook die alsmaar groter en groter werd, terwijl de sterrenhemel helder bleef schijnen. Wauw… Dit is echt zo adembenemend mooi. We zien de lampjes van de stad Antigua schitteren, enkele wolkjes echt ver onder ons en de donkere vulkaan Agua. Wat een voorrecht dat ik dit hier mag zien en hier ben. Wow…

De gids roept op een gegeven moment dat we nog maar 35 tot 45 minuten moeten lopen. Wow. Wat geweldig. We gaan het gewoon halen! Dit is echt te doen! Dat betekent namelijk dat we er gewoon al een uur op hebben zitten en zo voelt het totaal niet. Dit gaat lukken. Ik blijf steady doorlopen met de wandelstok zoals ik gisteren ook deed. Linkervoet naar voren, rechtervoet naar voren tegelijk met de stok. Linkervoet naar voren, rechtervoet naar voren tegelijk met de stok. En zo door. Slow but steady is zonder twijfel ons motto deze twee dagen, maar het werkt!
Wauw.
5.25 uur. We komen bij een lastig stuk en moeten een stukje klimmen. Er liggen grote stenen met losliggende kleinere die het wandelen een stuk moeilijker maken. We overwinnen het, maar de volgende uitdaging doet zich alweer voor. We komen aan bij een hele grote, lange, steile wand met overal losliggende stenen. En, alsof dit niet al pittig genoeg was, lijkt het alsof we een soort hoek omlopen wat er komt ineens een hele harde wind opzetten. Dit stuk is echt héél zwaar. Met veel moeite weet ik te brabbelen dat ik hierna echt een pauze nodig heb.
5.35 uur. Die pauze wordt wat anders. De gids deelt high fives uit namelijk. Wow, wat? WE ZIJN ER! WE HEBBEN HET EINDE AL GEHAALD!!!! We zijn op de top!!! Blij. Trots. Ongeloof. Wowwwwww!!!



HET IS KOUD
We lopen nog wat verder, kijken rond en we maken foto’s. Ik ben echt gewoon vol ontzag. Hoe kan het dat we na twee dagen hiken gewoon op de top van een vulkaan staan? Ik kan het echt gewoon niet geloven. Toch is het niet alleen maar genieten, want holy s*** wat is het koud!! Het waait onvoorstelbaar hard; nog harder dan een slechte herfstdag op de fiets door een open weiland in Nederland. We proberen te schuilen achter rotsen en door de krater wat verder in te lopen, maar het is eigenlijk gewoon niet te doen.

De zon mag dus eigenlijk wat ons betreft niet snel genoeg opkomen. En dat doet ‘ie gelukkig uiteindelijk ook. Na drie kwartier bovenop de top, is daar eindelijk het donkeroranje bolletje aan de rand van de hemel. We kijken dus even naar links naar hoe de zon opgaat onder het gejuich van iedereen op de vulkaan, om vervolgens een nog harder gejoel te horen omdat in exact dezelfde minuut Fuego aan de rechterkant ook weer uitbarst! Woowww!
Hij is ondertussen al 2 of 3 keer een beetje uitgebarsten, maar al die tijd is het toch alweer te licht om de lava nog rood te zien gloeien. Alsnog prachtig, maar dan ineens merken we hoe verwend we zijn geweest met het wonderlijke natuurwonder van vannacht. 😉

Wereldkampioen naar beneden rennen
We maken nog wat foto’s en video’s nu de zon zichtbaar is maar tien minuten later beginnen we aan de daling. Het is stijl en er liggen nog steeds heel veel losse, kleine steentjes. Ook is er plots heel veel stof omdat we met praktisch gezien iedereen tegelijk naar beneden gaan. Het resultaat? We rennen en glijden zo snel als we kunnen naar beneden. Echt heel grappig! Het gaat beter dan verwacht en ik val gelukkig niet. Zo kunnen we snel voorbij mensen en het stof dus enigszins vermijden. Wel staan de pauzes nu in het teken van de schoenen legen; daar zitten namelijk ondertussen meer stenen in dan voet haha.
Maar wow, wat een wereld van verschil om naar beneden te lopen dan omhoog! Niet alleen voelde het veel minder vermoeiend en slopend, de tijd wijst ook aan dat we in zo’n 1,5 uur naar boven waren geklommen en met slechts 30 (!) minuten weer beneden waren. En ja, dat is inclusief de schoenen legen onderweg.
We zijn weer in het basecamp en ik ben zo blij. Langzaamaan warm ik weer op in het zonnetje terwijl Nick de tassen klaarmaakt voor de lange reis terug naar beneden. We besloten zoveel mogelijk in mijn tas te doen, zodat die nog weer zwaarder zou zijn dan die van Nick. Mochten we dan onderweg onze lagen willen uitdoen vanwege de warmte, kon dat in zijn tas.
De gids serveert om 7.15 uur ons ontbijt en wow wat ben ik hier aan toe! Het is een broodje met roerei, een restje peperoni van gisteren en wat random worstjes haha. Helemaal prima. Ik heb daar weinig moeite mee om naar binnen te werken. Ook krijg ik nog een lekkere, warme chocolademelk terwijl we genieten van nog een paar uitbarstingen.

Let’s gooooo
Nog geen kwartier later staan Nick en ik klaar om iedereen op te trommelen te gaan. We hebben namelijk een shuttle klaarstaan om 12.30 uur bij ons hostel om ons alweer naar de volgende bestemming te brengen. We wisten dat het een gok zou zijn, maar het was de enige tijd dat de shuttle vandaag nog kon vertrekken. De gedachte om morgen met extreme spierpijn te moeten reizen, trok ons over de streep om de gok te wagen.
Iedereen gaat met ons mee en in het begin loop ik zelfs voorop. De hele groep is ronduit verbaast hoe snel we nu gaan, wat een verschil met gisteren, haha! Na het makkelijke stuk, waar we gisteren de lange tocht mee eindigde, gaat zelfs het steile, heuvelachtige pad goed. We rennen op een aantal plekken zodat we minder last hebben van onze knieën. In een rap tempo zijn we alweer halverwege bij onze lunchplek waar we met z’n allen besluiten een langere pauze te houden.

Verbazingwekkend genoeg ben ik alweer snel uitgerust en ik ben super enthousiast voor de rest naar de tocht. Zo gaan we onze shuttle uiteindelijk wel halen! Maar… daar waren we toch een beetje te overmoedig. Oeps… Het wordt namelijk toch ineens weer heel moeilijk. Nick en ik komen weer achterop. Deze keer alleen niet vanwege conditieproblemen, maar omdat Nick weer extreem vaak weggleed. Hij valt ook één keer hard achterover met als souvenir een grote schaafwond op z’n arm, maar gelukkig breekt z’n tas, vol kleding, de rest van de val. ‘Als m’n bril nog maar heel is’ was het eerste wat hij riep terwijl hij nog op de grond lag haha. Gelukkig was dat het geval. 🙂
Verder lukt het me wel om Nick overal op te vangen of tegen te houden. Ik loop telkens voorop zodat ik kan zien waar het glad is en waar wel, en vooral waar niet, we onze voeten moeten neerzetten. Op een aantal stukken gleed hij alsnog weg achter mij, waardoor ik m’n handen uitstak om zijn lichaam tegen te houden zodat hij niet verder zou glijden haha. Vrij intensief voor ons beiden aangezien dit zich bij vrijwel elke bocht voordoet.
We zijn er bijnaaaa, maar nog niet helemaal
We lijken het einde te naderen, want langzamerhand beginnen we steeds meer te herkennen van het begin, maar we hadden ook zeker nog een stuk te gaan. Nu nog een steil stuk naar beneden, dan zijn we weer bij de trappen en dan komen we weer bij de eerste echte pauzeplek aan. Dit hele stuk blijft de gids ook bij ons. Hij lijkt ineens door te hebben dat Nick nog echt wel heel veel aan het uitglijden is. Fijn, want nu loopt hij voorop om aan te geven waar we wel en niet moeten staan in plaats van ik.
Pffff. De knieën doen ondertussen ook zóveel pijn. Het is echt vrij heftig en intensief. Maar doordat ik Nick blijf motiveren, blijf ik mezelf motiveren. Het kan niet langer zijn nog dan een halfuur. Trappen af. Prikkeldraad vermijden. Yes, naar links het rechte pad op. Jaaa, de pauzeplek bereikt! Yes! De vier anderen zitten hier ook nog, net een paar minuten zeggen ze.

Nick zit er aardig doorheen maar ik blijf ‘m motiveren. Even zitten, in de schaduw, nog wat energy drink nemen, een koekje. We kletsen nog wat met de Nederlanders. Ze zijn niet veel later klaar om weer te gaan en wij ook.
Bijna bijna BIIJJNNAAA
Het laatste deel. We kunnen dit. We lopen naar beneden, maar het lopen wordt al snel weer joggen. De gladheid van eerder lijkt verdwenen en we kunnen dus weer wat meer rennen. Het wordt drukker en drukker met grote groepen die nu beginnen aan de tocht, net als wij gisterochtend.
Stof komt weer opzetten, maar het kan me weinig interesseren. Ik moet wat vaker hoesten, maar het gaat nog. We zijn er bijna. Ik zie een bocht, zien we daar het einde? Nee… nog niet. We gaan door. Daar dan? Nee, ook nog niet. Oké, hmm, dit laatste stuk duurt toch nog wat langer dan gedacht. We joggen verder. Die bocht dan? Nee, ook nog niet. Joggen maakt weer plaats voor lopen. Daarna weer joggen. Weer lopen. Weer joggen. Onze groep was helemaal verspreid, maar ineens komen we om en om weer elkaar tegen, voor ons en achter ons. Ja. Jaaaaaa. JAJAAAAA. Daar is het einde!!!!!! Eindsprint!!!! Nick rent voor me, ineens ook heel hard, en het enige wat ik denk is ‘niet nu vallen. Niet nu vallen.’ Maar jaaaaaaa. We staan ineens weer beneden. We maaaade it. We fucking made it!!! En nog op tijd ook, wat een timing, haha! En zo staan we gewoon ineens weer ineens beneden. Nick gooit vrijwel direct zijn tas weer op de grond, smijt z’n stokken erachteraan en gaat zitten. Het busje blijkt er al te staan dus we laden al snel het busje in met de spullen en onszelf. Stipt om 10.30 uur vertrekken we, waarmee we ruim op tijd weer terugkomen bij ons hostel om ons gereserveerde vervoer richting Lake Atitlán te halen.

Yes. Yes. YES! In de bus al doet ALLES pijn. We komen weer bij het huis van Jorge aan waar we uitstappen om onze geleende spullen in te leveren en onze grote backpacks terug te halen, maar ik kan gewoon nu al niet meer lopen. Ik strompel het pad heen en weer maar het is bijna niet te doen. Elke spier in m’n lichaam kan niet meer, maar zonder enige twijfel kan ik je vertellen dat ik dit voor geen goud had willen missen. Wat is dit een bijzondere ervaring. Dit pakt niemand me meer af.
Wij hebben onze tour geboekt via Extreme Life Tours.