Wanneer mensen mij vragen wat ik het leukste vond of wat mij het meest is bijgebleven van mijn reis door Midden-Amerika, hoef ik niet lang na te denken. Ongetwijfeld is het namelijk de hike naar de top van de vulkaan Acatenango in Guatemala. Deze tweedaagse hike was het zwaarste én gaafste wat ik óóit heb gedaan. Lees mee met mijn ervaring…
Naar de voet van de vulkaan
Ik heb de hele ochtend al lichte spanning voor de hike. Ik werd wakker met keelpijn en ik had tintelingen in m’n vingers. Bovendien had ik echt een vreselijke nacht. Ik bleef elk uur wakker worden met de gedachte dat de wekker elk moment af kon gaan. Ik wilde me niet verslapen natuurlijk, dus ik lag gewoon helemaal niet lekker de hele nacht. Heel stom. Uiteindelijk was ik iets voor 6 uur wakker en stond ik op. Ik douchte en pakte de laatste dingen in. Voor ik het door het, was het al tijd om te ontbijten. We lopen naar Fat Cat Café, want ik had gezien dat ze daar een havermout bowl hadden met veel nootjes en zaadjes en fruit. Dat leek me de perfecte bodem voor de stevige tocht.
Het is iets voor achten wanneer we terugkomen bij het hostel. Maar tot onze grote schrik staat daar ineens Billy al, de eigenaar van de tour waar we geboekt hadden. Hij zou er tussen 8.00 en 8.30 uur zijn, dus we hadden ‘m eerlijk gezegd nog niet verwacht. Even was het dus alle hens aan dek, maar om 8.10 uur vertrokken we: onze twee Engelse vrienden waar we al een tijdje mee reizen, en mijn vriend (Nick) en ik. Op naar de volgende plek in de stad om nog twee anderen op te halen. Dat blijken twee vriendelijke Nederlanders van 37 en 32 én bovendien de laatste die we überhaupt ophalen. We doen de tour dus maar met een klein groepje, TOP!
Vanuit Antigua rijden we ongeveer in een uur naar het kantoor van Extreme Life Tours. Of ja, ‘kantoor’, het is eigenlijk het huis van de Guatemalteek Jorge, onze daadwerkelijke gids, met zijn vrouw en dochter. Jorge loopt mee tijdens de hike, zijn vrouw had onze lunch geprepareerd en hij leerde z’n dochter werkervaring op te doen doordat zij verantwoordelijk was over de snacktafel. Daarnaast kregen we onze gehuurde winterjas, muts, handschoenen en de houten wandelstokken.
Na alles ingepakt te hebben, een informatieve briefing en de laatste toiletbezoekjes, was het nog één keer tijd om in het busje te stappen richting het beginpunt. Ik krijg al meteen paniek: ‘heb ik de verkeerde keus gemaakt?’ Ik ben namelijk de enige die maar één wandelstok heeft, terwijl de rest er allemaal twee heeft. Ik had alleen al vooraf bedacht er maar één te huren, omdat ik m’n andere hand vrij wilde houden voor eventuele foto’s onderweg. Hmm…


Een steile start
Daar staan we dan, op 2446 meter hoogte. Met z’n zessen en onze gids Jorge werden we aan de voet van de vulkaan afgezet door Billy. We nemen nog wat groepsfoto’s en daarna is het tijd om te beginnen met de tocht… Mijn hoop op een makkelijk begin om daarna langzaam op te bouwen werd al snel verpletterd. Het eerste stuk, wat na verloop van tijd al oneindig lijkt te duren, is ontzettend steil.
“Ik kan alleen maar denken dat ik heel blij ben dat we alweer stilstaan en pauzeren.”
Na zo’n 4 minuten pauzeren we al, want iemand wilde zich nog graag insmeren. Nick en ik hadden dat al gedaan bij het huis, maar ik ben héél blij met deze pauze. Ik voel de zware inspanning nu al: m’n hartslag is hoog en ik vind het echt al vrij pittig. We gaan verder, maar na wederom enkele minuten staan we alweer stil omdat er bandana’s uit de tassen gepakt worden. Het zandpad met de vele mensen, die zowel naar boven als naar beneden gaan, zorgen voor veel stof. Ik twijfel, maar ik wil de bandana nog niet. Misschien nog te warm. Ik kan alleen maar denken dat ik heel blij ben dat we alweer stilstaan en pauzeren.
Maarrrr we zetten weer door. Elke keer na een pauze, hoe kort ook, gaat het wel weer. Het is niet zo dat ik niet meer kan al meteen. M’n longen lijken weer even adem te hebben, m’n hartslag soort van onder controle. Toch, zodra we ook maar een paar stappen verderlopen, raken de longen leeg, schuurt het en slaat m’n hart op tilt. Ik heb het idee dat de groep veel te snel loopt voor wat Nick en ik aankunnen. We lopen nu op eenzelfde niveau, wat ik niet had verwacht. Nick is namelijk veel fitter dan ik, maar hij lijkt last te hebben van zijn verkoudheid en de hoogte. Wij doen het dus samen rustig aan en staan zelf stil waar we het nodig achten, terwijl de groep door raast.
“We krijgen alleen een nee schuddende gids te zien en de groep die roept dat het nog niet mag: het is hier te smal met te veel mensen. Nick en ik kijken elkaar aan. Kut.”
Iets verderop is er schaduw en staat de groep stil met de vraag of wij weer pauze nodig hebben. We hebben echt nét stilgestaan dus het voelt alsof ik nog energie heb. Ik benut dus liever m’n pauzes voor wanneer ik het harder nodig heb. Toch kost het moeite om uit te brengen dat we nog wel eventjes verder kunnen lopen. Maar ja hoor, zo’n twee minuten later ben ik wel toe aan die pauze. De lucht in m’n longen is weer verdwenen en we proberen samen te schreeuwen naar de groep dat we weer pauzeren. We krijgen alleen een nee schuddende gids te zien en de groep die roept dat het nog niet mag: het is hier te smal met te veel mensen. Nick en ik kijken elkaar aan. Kut. Dit is echt zwaar, dit hadden we niet bedacht. Dan hadden we natuurlijk eerder toch wel die pauze genomen. We lopen zover als we kunnen, maar al gauw stoppen we toch met z’n tweeën. Dit zou nog wel eens een lange dag kunnen gaan worden zo…
Er zijn 25 minuten verstreken wanneer we bij de eerste officiële stop aankomen. Nick en ik dan, de rest was er dus al een stukje eerder. Het gemiddelde op mijn horloge geeft voor de eerste twintig minuten een hartslag aan van boven de 178, met (achteraf gezien) een hoogtepunt van 194. Maar, hoe gek het misschien ook klinkt, ik ben nog steeds zó blij. Normaalgesproken ben ik de enige die het altijd zwaar heeft met zoveel inspanning en voel ik me schuldig iedereen op te houden, terwijl Nick bij de fitte groep hoort. Dat gevoel heb ik nu ook wel enigszins, maar ik ben nu samen met Nick. We hebben het samen moeilijk en we zijn op elkaar aangewezen terwijl de rest er snel vandoor gaat telkens. Het is nu prima. Het is oké. Ik ben niet alleen.
Het eerste uitzichtpunt
We gaan weer door. Het steile zandpad maakt héél even plaats voor een recht pad. Al gauw daarna: traptreden. Heel. Veel. Hoge. Traptreden. Normaalgesproken kan ik traptreden wel wat langer volhouden; ik bedoel we wonen op driehoog zonder lift. Maar deze traptreden komen tot aan m’n knieën en ze vereisen zóveel kracht in m’n bovenbenen. Wow, dit is zwaar. Ondertussen hebben we ook veel tegemoetkomend verkeer terwijl we op smalle paden lopen met aan weerszijden prikkeldraad? Wie verzint dat?! Het is in ieder geval toch enigszins fijn voor ons: we staan weer wat vaker stil om een andere groep erdoor te laten.
We komen bovenaan bij de laatste traptrede wanneer ik nog een Nederlander van een andere groep hoor zeggen tegen een andere jongen ‘Zo, die laatste liep echt helemaal leeg hahaha!’ Aangezien ik achteroploop en hoogstwaarschijnlijk precies op dat moment uitademde, weet ik 99,99% dat het over mij ging. Die opmerking raakt me en zorgt ervoor dat ik me slecht en onfit voel. Ik stap door, maar het is echt zwaar. M’n hartslag blijft weer voor zo’n 20-25 minuten boven de 178 hangen.
“De moed lijkt me ineens weer even kort in de schoenen te zakken; dit is pas het ‘echte’ beginpunt?!”
Het is nu ongeveer 11.00 uur en we komen aan bij een soort uitzichtpunt. Iedereen maakt foto’s en drinkt genoeg water, dus we hebben wat langer de tijd om uit te rusten. Hoewel we stevig doorstappen en ons erg bezighouden met het lopen vol te houden, weet ik toch wat glimpen op te kunnen vangen van het uitzicht. Ik keek al een paar keer achteruit, waarbij me elke keer weer opvalt hoe snel we al in hoogte stijgen. Het uitzicht blijft namelijk in de kortste keren veranderen. Prachtig is het al. Het stoffige, dorre zandpad van eerder maakt plaats voor vlaktes vol hoge bomen. Bij dit uitzichtpunt kijken we precies tussen de bomen door op een bergketen. Onwijs mooi en ik voel me alleen maar blijer worden. Ondanks de uitputting, voel ik me alleen maar energieker weer worden.

We lopen nog een kleine vijf minuten door, Nick en ik weliswaar weer achteropgeraakt, totdat we aankomen bij een huisje met daarop registration. Er staat ook een groot bord met Welcome en Bienvenidos Volcán de Acatenango en entry rules. De moed lijkt me ineens weer even kort in de schoenen te zakken; dit is pas het ‘echte’ beginpunt?!
Slippin’ & slidin’
Makkelijker wordt het dus ABSOLUUT nog niet. We duiken wat meer de bossen in, dus wel fijn schaduw, maar de bospaadjes zijn glad en overal liggen boomwortels die we moeten ontwijken. We kronkelen naar boven, maar Nick glijdt vooral naar beneden. Hij heeft geen goede wandelschoenen aan en glijdt echt óveral weg. Twee stappen naar voren is ook weer één stap (of eigenlijk een glijpartij) terug naar achteren. Ik laat hem voor mij lopen en elke keer wanneer hij wegglijdt, houd ik hem tegen en/of duw ik hem weer omhoog. Ik probeer te tellen maar na slechts 5 minuten ben ik al de tel kwijt hoe vaak we dit moeten doen.
“Na verloop van tijd komen we onze groep helemaal niet meer tegen en dus besluiten we los te laten ze bij te willen houden. Zo hoeven we ons niet meer te haasten, lopen we ons eigen tempo, bepalen we ons eigen ritme en lassen we onze eigen pauzes in.”
We pauzeren vaak en zien uiteindelijk de groep tussen 11.35 uur en 12.20 uur vaker niet dan wel, en dat is inclusief de gids… In het begin vond ik het erg jammer. De groep is erg lief en herhaaldelijk geven ze aan dat wij moeten roepen als we een pauze nodig hebben, maar toch blijven ze in het hoge tempo lopen. Nick en ik kunnen dat gewoon niet bijhouden. Willen we dat wel, dan zouden we elke 30 seconden wel moeten uitrusten.

Na verloop van tijd komen we onze groep helemaal niet meer tegen en dus besluiten we los te laten ze bij te willen houden. Zo hoeven we ons niet meer te haasten, lopen we ons eigen tempo, bepalen we ons eigen ritme en lassen we onze eigen pauzes in. We lopen tot aan de lunch zonder de groep en gids, maar het gaat voor mij een stuk beter. Ook te merken aan de hartslag die nu eventjes af en toe niet boven de 178+ zit, maar tussen de 165-177. We stoppen af en toe en genieten van het uitzicht. We komen onderweg geregeld een Duits meisje tegen. Zij blijkt ook afgesplitst te zijn van haar groep en loopt in haar eentje met een gids. Ze is vrolijk en wanneer zij pauzeert lopen wij en andersom. We raken telkens aan de praat en ze helpt ons de goede moed erin te houden.
Vrolijk verder
Uitgeput komen we aan bij de lunchplek. We smijten de rugzakken op de grond, zoeken onze lunchdoos en gaan zitten op de eerste de beste boomstam. We zitten nu op 2 uur en 25 minuten lopen (inclusief de korte pauzes), 4,00 km afstand en een stijging van zo’n 750 meter. Deze grotere pauze komt dus precies op het goede moment. Toch, ondanks dat het lopen en de schurende longen afzien is, blijf ik nog steeds zo vrolijk. We lopen gewoon VULKAAN ACATENANGO omhoog om zometeen gewoon vlak bij een ACTIEVE VULKAAN te zijn?? Wat?? Het is echt niet te bevatten eigenlijk.
De rest is al halverwege met de lunch wanneer wij ook onze lunchbox openen. Een stuk kip, een simpele pastasalade, drie stukjes komkomer, twee stuks groente en een gekookte aardappel. Zooooo lekker. Dit is precies wat ik nodig heb. We komen weer even op adem, krijgen de nodige voedingsstoffen binnen en kunnen eindelijk weer even kletsen en socializen met de rest van de groep.
De gids vraagt of alles oké is en of we binnen 5 minuten kunnen vertrekken. Dat voelt echt nog te kort. Het lijkt alsof we er nog maar net zitten en bovendien ben ik nog met de laatste happen van de lunch bezig. Ik wilde eigenlijk ook nog even rustig niks doen en het eten verwerken. Ik antwoord dus ‘nee’ en of het niet oké was als we over 10 minuten gaan. Hij zei wel oké, maar alsnog stipt 5 minuten later krijgen we te horen ¡VAMOSSSS!
Ik had gehoord en gelezen dat het na de lunch ook nog zwaar zou zijn en totaal niet zou voelen als halverwege of bijna daar. We zijn nog maar halverwege, zowel in tijd als kilometers, dus het zou nog een lastige weg te gaan zijn. Toch voelt het niet zo voor mij. De lunch heeft mij, en volgens mij Nick ook, erg goed gedaan. Ik heb nieuwe energie en ik kan weer vrolijk verder.


Maar vergis je niet: dat ik nog steeds blij ben en me weer energieker voel, betekent niet dat het nog steeds slopend was. Na slechts 5 minuten zijn Nick en ik alweer toe aan een pauze en zijn we de rest van de groep kwijt. Het is prima. We lopen met z’n tweeën ons eigen tempo en ik help Nick waar ik kan. Nick blijft namelijk glijden, dus ik blijf duwen. We zijn ondertussen ook het bos uit en lopen nu vol in de zon op brede, bijna oranje gekleurde zandpaden. De paden zijn steil. We lopen heuvel na heuvel omhoog om vervolgens telkens bovenaan in de schaduw te pauzeren.
We zijn vrolijk, ik hou Nick gemotiveerd en we stappen door, maar het wordt steeds zwaarder. M’n hartslag gaat flink omhoog evenals het aantal meters dat we stijgen. De pauzes worden steeds langer, met steeds vaker de tas af en stokken neer. Maar we komen er wel. Ruim een uur na de lunchpauze komen we aan bij een groot en prachtig uitzichtpunt over een vulkaan. Wow! Is dit al de actieve vulkaan Fuego?! Dit moet toch wel?! Eh… Nee… blijkbaar niet haha, het is Volcán Agua. Het is alsnog prachtig, maar we gaan eerst zitten in de schaduw.
“We zijn nog maar met z’n tweeën bij het grote uitzichtpunt en maken foto’s. Het voelt alsof wij op de hoek van de berg staan terwijl verderop vulkaan Agua uit het niets lijkt te ontstaan, slechts omringd door lage wolken en een stralend blauwe lucht. Het is fantastisch.”
Het is druk op deze hoek. Er zijn heel veel groepen hier, gelukkig inclusief de onze. Hoewel ze wel op ons wachten bij een belangrijk punt, bijvoorbeeld wanneer het anders onduidelijk zou zijn of we links of rechts moeten, vind ik het toch maar een beetje gek dat Nick en ik wat dat betreft overgelaten worden aan ons lot. We strugglen duidelijk meer dan de rest van de groep, dus ons nu zo lang maar met z’n tweeën laten lopen, voelt gek. De groep is gewoon fitter en loopt dus sneller, maar de gids heeft ook telkens zo’n haast. Waarom? Waarom moeten we zo snel steeds door? Dat frustreert ons een beetje…
Wederom, wanneer we welgeteld 2,5e minuut zitten bij dit uitzichtpunt, komt de gids als naar ons toe om te vertellen dat we vertrekken. We zijn nog lang niet uitgerust dus ze vertrekken zonder ons. En zo lijken ineens alle groepen vertrokken. We zijn nog maar met z’n tweeën bij het grote uitzichtpunt en maken foto’s. Het voelt alsof wij op de hoek van de berg staan terwijl verderop vulkaan Agua uit het niets lijkt te ontstaan, slechts omringd door lage wolken en een stralend blauwe lucht. Het is fantastisch.
Bijna bij basecamp
Een kwartier later lopen we verder. Wat we nog wel hadden meegekregen net van de groep: het moeilijkstegedeelte zit erop! En het lijkt te kloppen: de paden gaan nu niet meer alleen steil omhoog, maar ook naar beneden of zelfs recht. Fijn, echt een verademing. Nick daarentegen heeft het nog wel lastig, dus ik draag op een gegeven moment zijn stokken. Het lijkt te helpen.
We nemen nog ergens een pauze en ik kijk op m’n horloge. Het is bijna 14.30 uur, bijna 4 uur en 7 kilometer gewandeld en we zijn maar liefst 1.020 meter gestegen sinds het begin. We zijn er nu écht bijna. We lopen verder en komen opnieuw bij een groot welkomstbord. Is dit dan basecamp?!!?
Nee, dat nog niet. Wel zijn onze vrienden hier weer en deze keer lopen we wel met ze mee. We zijn minder uitgeput en lijken de groep beter te kunnen bijbenen. Wel hebben we verderop toch nog een pauze nodig en maken langer foto’s: vulkaan Fuego is namelijk eindelijk in zicht! We draaien weg om door te lopen van foto’s maken wanneer plots de vulkaan ineens uitbarst. Ik gil van blijdschap en ongeloof. Wat is dit FANTASTISCH.

Niet veel verderop staat de rest nog en de gids maakt een gek geluid om mij te imiteren. Oeps. Zo hard geschreeuwd dus. Daarnaast vertelt hij dat dit nog maar een kleine uitbarsting is, maar dat maakt mij niet minder blij. We zijn er nu bijna. Het laatste stukje. Dit laatste stukje is wel moeilijk. Gladder, minder stevige grond en meer losliggende stenen. Pittig. Maar we halen het. We zijn er. We zijn er gewoon. WE MADE IT!!!!!!!!!!!!!!
IK ZIE LAVA!
Ik laat ongemerkt wat tranen van blijdschap lopen. Ik ben zó blij. Helemaal tevreden. We zitten met z’n allen op de plastic krukjes op vulkaan Acatenango te kijken naar een actieve vulkaan?!?! Bizar. Elke 15 minuten komt er een kleine eruptie, ongeveer elke 45 minuten een grote(re). Om 15.20 uur zien we een grote en om 16.05 uur weer. Het zonnetje schijnt, we kletsen en lachen, en het is erg gezellig.

Op ons bergje is een kamer voor vier klaargemaakt en één voor twee. De Nederlanders nemen die met z’n tweeën en wij gaan samen met de Engelsen. Zij en de Nederlandse jongen rusten uit en maken zich klaar. Ze gaan namelijk nog door met de extra tour waarbij je nóg dichterbij vulkaan Fuego komt. Mijn hart zegt ‘ja’ op meegaan, maar mijn verstandige brein zegt ‘nee’. Het is nog ruim 1-1,5 uur alleen al heen en het is overduidelijk dat zij allemaal een sneller tempo hebben dan wij. Toch voelt het dan slecht of minder. Dat zij het wel allemaal ‘makkelijk’ kunnen en dat het dan bijna een beetje zielig is dat wij niet ook nog de extra tour doen.

Gelukkig blijft dat gevoel niet al te lang hangen en kan ik de trots vasthouden dat we überhaupt basecampbereikt hadden. Bovendien staat ons vannacht/morgenochtend nog een wandeltocht te wachten. Voor nu was het dus uitrusten en genieten van het uitzicht. We blijven met z’n drieën achter terwijl de rest weer met de gids vertrekt.
“Hoe bizar is dit? Ik kan niet stoppen met foto’s maken.”
Om 18.30 uur zouden we het kampvuur mogen aansteken, maar om 17.30 uur is de zon al weg en is het echt al koud. Het vuur gaat dus toch al stiekem aan terwijl we op zoek gaan naar meer hout. Dat wat er klaarligt zou namelijk met tien minuten al opgebrand zijn. We lachen, zoeken het hout, houden een soort bonte avond met karaoke en genieten van het uitzicht.
Langzamerhand wordt het ook steeds donkerder en lijken de explosies van de vulkaan steeds groter te worden. We beginnen de lava al te kunnen zien en er vliegen steeds meer brokken door de lucht. De lucht kleurt blauw, oranje, roze en paars terwijl we tussen de bomen door kijken naar vulkaan Fuego en Agua. De wolken hangen ver onder ons. Hoe bizar is dit? Ik kan niet stoppen met foto’s maken.

Volgens ons elke-45-minuten-grote-explosie-schema, zou er weer een grote explosie zijn om 18.20 uur. Maar die lijkt maar niet te komen. Met telefoons en camera’s zitten we klaar, maar ontploffen doet ‘ie niet. Jammer, maar al helemaal sneu voor de mensen die naar Fuego zijn. Zij staan daar misschien nu al wel langer dan een halfuur te wachten met vooralsnog niks. Wel een supermooie zonsondergang, maar geen gave eruptie. Het wordt steeds donkerder ondertussen en dus zien we op een gegeven moment zelfs mensen (dankzij de hoofdlampjes haha) al naar beneden afdalen.
Dan ineens om 18.45 uur is daar de ontploffing!! Deze keer zitten we alleen dus niet klaar met de camera’s, maar we zijn alsnog snel haha. En de ervaring van dit zien, deze ontploffing, is gewoon onbeschrijfelijk… Door de donkere lucht zie je de lava gewoon echt gaan. Er spuit daadwerkelijk rood uit de vulkaan de lucht in. LAVA!?! WTF!! Bi-zar. Geweldig. En nog meer woorden maar zoals ik al zei; onbeschrijfelijk.


Nu is het elk kwartier, ook met de kleine uitbarstingen, feest. Bij de eerstvolgende grote uitbarsting zien we de lava zelfs echt ver naar beneden rollen. Maar dan ook echt ver. Als daar nog mensen hadden gestaan, was het ongetwijfeld echt naast ze terechtgekomen, dat kan niet anders. Iets na 20.00 uur is de rest dan ook terug en dat betekent ook eindelijk: avondeten! We krijgen pizza en warme chocolademelk. Het was niet veel en ik had heel graag nog meer gehad, maar het stilde voor nu voldoende de honger.
Na het eten is iedereen het ermee eens om meteen op bed te gaan. Het kampvuur is bijna uit, we trekken nog meer warme lagen aan (het is echt zooo koud) en poetsen onze tanden. Maar dan…. Het is 21.15 uur en ineens zijn er nog weer flinke uitbarstingen!!! Onder de verlichte sterrenhemel ontploft Fuego. Het leek even stil en zelf ook te slapen, maar dan dus plots BOEM! We twijfelen ineens allemaal weer of we wel naar bed moeten.
We besluiten toch te gaan slapen, maar ineens een kwartier later is er nóg een grote explosie!!! Waaaaaat???? Zoooo gaaf!! De lava is echt OVERAL! Het is alleen echt te koud om nog lang buiten te blijven. Ik duik in de slaapzak en houd voor de zekerheid vannacht toch maar m’n lenzen in en dat blijkt een verstandige keuze.

Lees in het volgende deel verder over wat er vannacht gebeurt en hoe onze laatste tocht naar de top van de vulkaan Acatenango voor zonsondergang verloopt.